28/11: Subtropisch Chitwan vs stoffige wegen naar het 'wilde westen'

28 november 2018 - Chitwan, Nepal

(version FR suivra / ENG version see below)

Francis en Christophe wachten vanochtend op hun ‘propellor-jet’ op Pokhara Airport  voor hun vlucht naar het subtropische Chitwan.
Hier het verhaal van Christophe: 
Ale hup, daar gingen we dan, jungle fever it wazzzz... Vandaag vroeg uit de veren. Om het lokaal toerisme wat te steunen besloten we een kano tochtje te boeken en in de namiddag een op papier veel belovende safari rit met den jeep. Beide, op aanraden van de gids, niet te opvallend in kleuren getooid, stapten we om 8 u deze morgen richting “riverbank”. Het nationale park Chitwan begint hier dus. In de verte zagen we inderdaad een groot gebied vol grote bomen en olifantengras, met van die “vietnamoorlogfilmbushgeluiden”. Vervolgens propten ze ons in uitgeholde boomstammen, met plaats voor een groot dozijn mensen, en een van een stokvoorziene stuurman. Met een kleine damp die opsteeg vanuit het water trotseerden we de mooie ochtendzon, en warempel verschenen de eerste krokodillen al aan de oevers. De gids verzekerde ons dat ze nog geen honger hadden, aangezien crocs eerst wat zonlicht moeten opdoen eer ze actief worden. Kleine geruststelling, daar ik waarschijnlijk het aantrekkelijkste gerecht was, tussen een boot vol kleine Chinezen en de Cis. Plotseling moesten we snel aanleggen en de oever beklimmen, want via een breed spoor en bergen kaka, wist onze gids een “rhino” te bespeuren. Vanop 50 m en al fluisterend geweg konde we onze bewondering uitdrukken. Best indrukwekkend. In de namiddag konden we dan deelnemen aan een junglesafari. Alweer met een van Chinese makelij jeepachtige tribune trotseerden we de Nepalese jungle paden. Vol verwachting tuurden we in de bomen en keken we door het lange olifantengras, op zoek naar allerlei beesten zoals olifanten, neushoorns, apen en tijgers. Onze gids wist fantastisch veel te vertellen over de vogels, en volgens mij duidde hij zelfs een locomostrontkanariefantje met 1 pootje aan, maw, hij kon ons wijs maken wat hij wou 🧐. De rit loste nie echt onze verwachtingen in, jammer genoeg. We spotten een neushoorn, 1 ferme hagedis, wat vogels, en veel krokodillen en wat kleine aapjes en een everzwijn zoals in Dardennen. Beetje mager voor een rit van 4 uur door de jungle. Misschien was er vergadering voor alle beesten met Simba de leeuwenkoning, ofwel een vakbondsactie van de olifanten die willen onderhandelen over betere werkvoorwaarden, met 3 i.p.v. 4 mensen in de mand. Een donkerbruin vermoeden hadden we ook over een Nepalese werknemer die ziek was, en waarvan elke ochtend verwacht wordt dat hij het hekken opendoet, dat de tijgers en alle andere beesten het veld kunnen intrekken 🤪. Hehe, het was dus iets minder dan we verwacht hadden, maar aan de sporen en hopen kaka te zien, zitten er wel zeker ferme beesten in de jungle hoor ☺️. Buiten nog twee Italiaanse konijnen en een Israëlische single MILFiusdringendopzoeknaarworstius van 60 jaar in onze jeep bleven we een beetje op onze honger zitten, maar hebben we toch weer wat karmapunten verdiend door de lokale economie te steunen. #visitbeautyfullNepal



Ondertussen is Johan vanochtend om 5u ’s ochtends vertrokken voor een tocht van +/- 12 uur per jeep naar het westen om daar het door Firefighters 4 Nepal geschonken brandweer- en ehbo-materiaal officieel te overhandigen aan de burgemeesters van Nissikhola, Arnakot en Burtibang (Dorapathan). 

8 jaar geleden legde hij die weg naar Arnakot al eens af en deed er toen 2,5 dag over.  12 uren zijn naar onze Belgische normen nog altijd extreem lang voor 200 km maar tov die 2,5 dag is het een wereld van verschil.  De weg ligt er dan ook, op een paar uitzonderlijke stukken na, goed bij.

Na een thee, een lunch en een P-pauze, rijden we langs een meer: dat blijkt recent te zijn ontstaan nadat een ‘landslide’ (een aardverzaking) de hele rivier had geblokkeerd door een dam op te werpen. Het water steeg snel, mensen moesten rennen, dieren werden verzwolgen en nu is er dus een behoorlijk groot meer ontstaan met azuurblauw water en op verschillende plaatsen bomen die uitsteken en een aantal huizen van dewelke je enkel nog het dak boven het waterpeil zit uitsteken.

Niet zoveel verder is de eerste stop ingelast in Burtibang, de hoofdplaats van de ‘municipality’ Dhorpatan waarvan 3 burgers deelnamen aan de basiscursus brandbestrijding.  
Wanneer we rond 15u aankomen worden we ontvangen door de burgemeester en zijn ‘gemeenteraad’, bijgestaan door 5 agenten die een soort erehaag optrekken.
De 1e burger van de stad heeft bewogen dagen achter de rug: afgelopen maandag was er een brand in een huis in een dorp in de Municipality.  Door het totale ontbreken van een brandweerdienst sloeg het vuur over en verwoestte in totaal 48 huizen in een dorpje met 500 gezinnen.  Kortom: 1 op 10 huishoudens is dakloos.  Om maar te zeggen dat wat Firefighters 4 Nepal tot nu toe gerealiseerd heeft, niet slecht is maar dat er veel, nog heel veel werk te doen is.  Want als je weet dat het land 35 miljoen inwoners telt en 5x zo groot is als België, dan weet je dat 6 brandweerkorpsen, 3 dorpjes, 1 Rode Kruis afdeling en 1 departement van de Armed Police Force opleiden en van materiaal voorzien, nog maar een aanzet is.

Na de gebruikelijke bloemenslinger, tikka op het voorhoofd en thee, rijden we verder bergop naar Arnakot waar we, als het al donker is, rond 18u aankomen.
Met een pillamp in de hand, zette ik mijn bagage aan de kant, maak mijn “bedje” op. Geen 5 sterren volgens onze normen maar wel top, eigenlijk een 1 miljoen-miljard sterrenhotel als je weet dat je buiten, dankzij het totale gebrek aan lichtpollutie de perfecte sterrenhemel te zien krijgt.  Letterlijk de ene ster tegen de andere geplakt, sterrenbeelden zien waarvan je het bestaan enkel uit boeken kent.  Het komt niet meer voor in België.

Het licht gaat uit om 20u (in zo’n remote area’s gaan de mensen veelal met de kippen op stok).

=============

Version FR suivra

=============

ENGLISH Version (28/11): Subtropical Chitwan vs dusty roads to the "wild west"


Francis and Christophe find themselves at Pokhara Airport this morning, awaiting the propeller-jet that will take them to the subtropical Chitwan. Here's the story according to Christophe:

"Onwards we went, struck by jungle fever. Another early morning today. In an effort to support local tourism we decided to book a canoe excursion in the morning, followed by what looked like a very promising jeep-safari on paper in the afternoon. The two of us made our way to the riverbank at 8 AM this morning, dressed in inconspicuous clothing as recommended by our guide. This is where the national park of Chitwan starts. From afar we could, indeed, spot a large area filled with tall trees and elephant grass, emitting those "vietnam-war-film-bush-type-noises". Next thing we know, we're being stuffed into a hollowed out tree trunk, seating over a dozen people and a helmsman equipped with a stick. As a slight mist arose from the water, we braved the beautiful morning sun. Lo and behold, the first crocodiles are making an appearance on the river's banks. The guide reassured us that they weren't hungry just yet, because crocs first need to catch some sunshine before they become active. A mild comfort to me, seeing as how I was probably the tastiest bite in a boat filled with Chinese people and Cis. Suddenly we had to moor quickly and climb the river bank, because through following a wide trail and mountains of poop our guide was able to track down a rhino. At about 50 metres away, we were able to express our admiration in whispers. Quite impressive.

The afternoon saw us join in on a jungle safari. With a jeep, once again of Chinese making, we ventured out onto the Nepali jungle trails. Full of expectations, we looked into the trees and through the tall elephant grass, on the lookout for all sorts of animals such as elephants, rhinos, monkeys and tigers. Our guide was very knowledgeable on the subject of birds and I believe at some point he identified to us a small one-legged locomostrocanaryphant. In other words, he could tell us whatever he wanted, we would have been none the wiser 🧐. Unfortunately, the drive didn't really meet our expectations. We spotted one rhino, one big lizard, some birds, a lot of crocodiles, some little monkeys and a wild boar such as you can see in the Ardennes in Belgium. A meagre yield for a four hour drive through the jungle. Perhaps Simba the lion king called a meeting of all the animals, or our visit coincided with a union strike by the elephants for better working conditions, i.e. three rather than four people occupying the baskets on their backs. Another theory of ours was that the Nepali employee who is responsible for opening the gates to let all the tigers and other animals into the field, called in sick today 🤪. So it wasn't exactly what we had expected, but judging by the tracks and piles of poop, there must be some impressive animals in the jungle no doubt ☺️. In any case, we've earned some good karma-points by supporting the local economy. #visitbeautifulNepal


Johan, meanwhile, left at 5 AM this morning for a twelve hour jeep-ride which would take him westward. Here, he will officially transfer the firefighting and first aid equipment donated by Firefighters 4 Nepal to the mayors of Nissikhola, Arnakot and Burtibang (Dorapathan).

He remembers taking the same road to Arnakot eight years ago, at which time it took him two and a half days to reach his destination. Twelve hours are still a very long time to drive 200km, at least to our Belgian standards, but compared to two and a half days the difference is like night and day. Aside from one or two exceptions, the road is in pretty good condition.

After some tea, lunch and a p-break, we drive alongside a lake: This appears to be a recent addition to the landscape after a landslide had caused the river to be dammed up. The water rose quickly, people had to go on the run, animals were drowned, and now there is quite a substantial lake, filled with azure blue water. In several spots, one can see treetops and the roofs of houses sticking out from the surface.

Not much further we have our first break at Burtibang, the capital of the Dhorpatan municipality, of which three civilians followed our basic fire fighting training. Upon our arrival at 3 PM, we are met by the mayor and the local council, flanked by five police officers who form an honour guard. The mayor has had a rough week: Just last Monday a house in one of the municipality's villages caught fire. Due to the complete lack of a fire service, the fire turned into a conflagration destroying 48 houses in a village housing 500 inhabitants. In short: one in ten villagers are now homeless. So although what Firefighters 4 Nepal was able to realize up until now was no small thing; much, indeed very much, work is still necessary. If you know that Nepal has 35 million inhabitants and is five times the size of Belgium, it soon becomes clear that training and equipping six fire departments, three villages, one red cross department and one Armed Police Force department is just a start.

After the usual flower garland, tikka on the forehead and some tea, we drive further uphill towards Arnakot. We make our arrival there around 6 PM, after dark. Flashlight in hand, I put my luggage aside and make my "bed". No five stars according to our standards but great nonetheless. In some way, it's a one-million-star hotel, because due to the complete absence of light pollution one is treated to the perfect starry sky outdoors. Literally one star glued to another, spotting constellations the existence of which you had only read about in books. There's no chance of that in Belgium.

At 8 PM it's lights out (in remote areas like these, people often go to bed early).

1 Reactie

  1. Meeuw:
    30 november 2018
    Gelukkig hadden de krokodillen nog geen honger een lekker hapje is anders mooi meegenomen,
    Zoveel gezinnen dakloos door te weinig brandweerkazernes, dat is erg
    maar wat jullie op zo een korte termijn gedaan hebben daar mogen jullie echt fier op zijn.